-
1 voor het schriftelijk zakken
voor het schriftelijk zakkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor het schriftelijk zakken
-
2 schriftelijk
schriftelijk1〈 het〉♦voorbeelden:————————schriftelijk2♦voorbeelden:schriftelijke mededelingen • written announcementsschriftelijk bevestigen • confirm in writingschriftelijk stemmen • vote by ballotiets schriftelijk vastleggen • put something in writing -
3 écrit
écrit1 [eekrie]〈m.〉♦voorbeelden:mettre qc. par écrit • iets op papier zetten→ parole————————écrit2 [eekrie]1 geschreven ⇒ schriftelijk, schrijf-2 voorbeschikt ⇒ geschreven, voorbestemd♦voorbeelden:c'était écrit • het moest (zo) gebeuren -
4 Briefwahl
-
5 zeggen
zeggen1〈 het〉♦voorbeelden:————————zeggen22 [uitspreken] say3 [gebieden] tell4 [vinden] say6 [toezeggen] say♦voorbeelden:wat wil je daarmee zeggen? • what are you trying to say?, what are you driving at?wat ik zeggen wou • by the waywat zeg je me nou? • what's that you are telling me?, what's this?wat zegt u? • (I beg your) pardon?, sorry?wie zal het zeggen? • who can say/tell?ik kan goed timmeren, al zeg ik het zelf • I am good at carpentry, even though I say so myselfdaar is alles mee gezegd • that's all there is to itzeg het maar, het maakt mij niets uit • you decide, it makes no difference to me〈 in winkel〉 zegt u het maar • yes, please?zeg maar wanneer je wilt komen • just say when you want to comeje had een voorstel? zeg het maar • you had a suggestion? let's hear itzeg dat wel • you can say that againbij zichzelf zeggen • say/think to oneselfdat kan niet van iedereen gezegd worden • that doesn't apply to everyoneer is iets te zeggen voor een bloedonderzoek • there is a case for a blood testze zeggen zoveel • you shouldn't believe everything they/people sayzeg maar dat hij moet gaan • tell him to gomen zegt dat hij heel rijk is • he is said/reputed to be very richonder ons gezegd en gezwegen • between ourselveshoe zal ik het zeggen? • how shall I put it?nou je het zegt • now (that) you mention itaardig gezegd • nicely putzo gezegd, zo gedaan • no sooner said than donezonder iets te zeggen • without (saying) a wordzeg maar ‘Tom’ • call me ‘Tom’niets te zeggen hebben • 〈 figuurlijk〉 have no authority, hold no sway, have no sayhet voor het zeggen hebben • be in chargewat zou je zeggen van een kopje thee?/10 uur? • how about a cup of tea?/10 o'clock?wat zeg je me daarvan! • how about that!, well I never!dat is toch zo, zeg nou zelf • it is true, admit ithet zijne ervan zeggen • say one's piecewat leuk, zeg! • that's nice, isn't it!het zegt me niets • it means nothing to meen dat wil wat zeggen • and that is saying something10 laten we zeggen, dat … • let's say that …¶ zeg, wat doe jij daar nou? • hey, what do you think you're doing? -
6 sign
n. bord; wenk; teken; gebaar; hint; kenmerk--------v. ondertekenen; tekenen; een teken geven (knipperlicht v. auto)sign1[ sajn] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 aanwijzing ⇒ (ken)teken, blijk; voorteken3 wenk ⇒ teken, seintje♦voorbeelden:————————sign23 wenken ⇒ een teken geven, gebaren♦voorbeelden:sign one's name to • ondertekenensign away • schriftelijk afstand doen vansign in • tekenen bij aankomst, intekenensign off • een brief beëindigensign off/on • een radio/tv-uitzending beëindigen/beginnensign on at the Job Centre • inschrijven op het arbeidsbureausign on/up as a sailor • als matroos aanmonsterensign out • tekenen bij vertrekshe signed over her estate to her daughter • ze deed schriftelijk afstand van haar landgoed ten gunste van haar dochtersign up for a course • zich voor een cursus inschrijven -
7 send off
wegzenden; begeleidensend off♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 sturen uit/van♦voorbeelden:1 send off the field • uit/van het veld sturen -
8 Weg
〈m.; Weg(e)s, Wege〉♦voorbeelden:1 〈 formeel〉 den Weg alles, allen Fleisches, Irdischen gehen • sterfelijk, vergankelijk zijn, stervenes sind noch zwei Kilometer Weg • het is nog twee kilometerden letzten Weg gehen • sterven〈 figuurlijk〉 seinen Weg machen • er komen, zijn weg wel vindenden (rechten) Weg verfehlen • verdwalen〈verouderd; nog schertsend〉 woher des Weges? • waar kom je, komt u vandaan?es liegt mir am Wege • ik kom erlangsauf dem schnellsten Wege • via de kortste wegjemanden auf seinem letzten Weg begleiten • iemand de laatste eer bewijzenjemanden auf den Weg bringen • (a) iemand de weg wijzen; 〈 (b) figuurlijk〉iemand stimuleren, aanzetten, aansporenein Paket auf den Weg bringen, schicken • een pakje verzendensich auf den Weg machen • op weg gaan〈 figuurlijk〉 auf dem besten Weg(e) sein • goed, hard op weg zijnjemandem aus dem Weg(e) gehen • (a) iemand voorbij laten; 〈 (b) figuurlijk〉iemand uit de weg gaan, ontwijken〈 figuurlijk〉 jemanden, etwas aus dem Weg räumen, schaffen • iemand, iets uit de weg ruimenetwas in die Wege leiten • aan iets beginnen, iets aanzwengelenjemandem in den Weg treten, sich jemandem in den Weg stellen • (a) iemand de weg versperren; 〈 (b) figuurlijk〉iemand hinderen, de voet dwars zettenvom Wege abkommen • verdwalengut, schlecht zu Wege, zuwege • goed, slecht ter been zijn〈verouderd; formeel〉 Weg und Steg • het hele land, de hele omgeving2 krumme Wege • slinkse wegen, methodesauf diesem Wege • op deze manier, langs deze wegauf dem Wege der Güte, auf gütlichem Wege • in der minneauf kaltem Wege • zonder scrupules, in koelen bloedeauf kürzestem, auf dem schnellsten Wege • zo snel mogelijkauf schriftlichem Wege • schriftelijketwas im Wege von Verhandlungen regeln • iets door middel van onderhandelingen regelenmit einer Sache zu Wege, zuwege kommen • met iets overweg kunnen -
9 bericht
1 message ⇒ notice, communication, 〈 met betrekking tot nieuwsberichten〉 report, 〈 met betrekking tot nieuwsberichten〉 news♦voorbeelden:bericht van verhindering • apology for absencebinnenlandse/buitenlandse berichten • domestic/foreign newsgemengde berichten • short news itemseen kort berichtje • a short itemvolgens de laatste berichten • according to the latest reportstot nader bericht • until further noticeu krijgt telefonisch/schriftelijk bericht • you will be informed by telephone, you will receive written notice/notificationbericht achterlaten dat • leave a message thatik hoor daar alleen maar goede berichten over • I've heard nothing but good (reports) about itbericht krijgen • receive worduit Parijs kwam het bericht dat • from Paris it is reported thathet bericht luidde dat • the message said thatbericht ontvangen (over) • receive word (about)iemand bericht sturen (dat men verhinderd is) • send (someone) word (that one is unable to come)het bericht deed de ronde dat • the news got around that -
10 examen
examen [egzaamẽ]〈m.〉1 onderzoek ⇒ beschouwing, analyse♦voorbeelden:esprit d'examen • kritische instellingle libre examen • het vrije onderzoek 〈waarbij alleen geaccepteerd wordt wat door rede of de ervaring wordt ondersteund〉faire l'examen de qc. • iets onderzoekenêtre à l'examen • nog in onderzoek zijnà l'examen • bij het onderzoekexamen de fin d'année, de passage • overgangsexamenexamen de sortie, de fin d'études • eindexamenexamen blanc • proefexamenexamen écrit • schriftelijk examenexamen oral • mondeling examenêtre collé, recalé, refusé à un examen, échouer à un examen • voor een examen zakkenfaire passer un examen • een examen afnemenpréparer un examen • zich op een examen voorbereidense présenter à un examen • opgaan voor een examensubir, passer un examen • een examen doen, afleggenm1) onderzoek, analyse2) examen, toets -
11 afschrijven
1 [afboeken] débiter (de)3 [uit het hoofd zetten] faire son deuil de4 [afpennen] écrire5 [een afschrift maken van] recopier6 [ten einde schrijven] achever (d'écrire)7 [de boekwaarde verlagen] amortir♦voorbeelden:3 dat plan kun je nu wel voorgoed afschrijven • ce projet, tu peux en faire ton deuilde artsen hadden hem al afgeschreven • les médecins l'avaient déjà condamné7 jaarlijks werd het machinepark met ƒ 100.000,- afgeschreven • l'amortissement des machines était de 100.000 florins par an -
12 examen
♦voorbeelden:mondeling/schriftelijk examen • oral/written exameen examen afleggen, examen doen • take/sit an examexamen afnemen • examinezijn examen halen, voor zijn examen slagen • pass one's examhet examen zal worden afgenomen op de 18e • the exam will be held on the 18thhij moest het examen in/voor drie vakken overdoen • he had to retake the exam in three subjectszakken voor een examen • fail an exam -
13 stemmen
♦voorbeelden:1 [kiezen] vote2 [muziek] [onderling gelijke klank hebben] be in tune (with each other)♦voorbeelden:laten wij tot stemmen overgaan • let's take a vote (on it)hoofdelijk (laten) stemmen • pollstem (op) links! • vote for the left!er werd niet gestemd • no vote was takenschriftelijk (laten) stemmen • ballotik stem tegen/voor • I vote in favour/againster werd over het voorstel gestemd • a vote was taken on the motionstemmen ten gunste van/voor een voorstel • vote for a proposal1 [in een stemming brengen] make (feel)♦voorbeelden:het stemt ons hoopvol • it is encouragingdat stemt mij treurig • that makes me (feel) saddit bericht stemt mij tot tevredenheid • this is gratifying newsdat stemt tot nadenken • this is food for thought -
14 confirm
v. bevestigen; waarmaken[ kənfə:m]1 bevestigen ⇒ bekrachtigen, bij besluit vastleggen2 bevestigen ⇒ goedkeuren, confirmeren♦voorbeelden:confirm by letter/in writing • schriftelijk bevestigen -
15 thanks
interj. bedankt!--------n. bedankje; loftuiging[ θængks]♦voorbeelden:give thanks to God • God dankenreceived with thanks • in dank ontvangen〈 informeel〉 thanks! • bedankt!, merci!no, thanks • (nee) dank je (wel), laat maar (zitten)→ thanks to thanks to/ -
16 write in
-
17 firman
n. schriftelijk bevel door of in de naam van een heerser uit het Midden Oosten (vroeger door Ottomaanse Turkse sultan) verschaft; Aziatisch woord van belang voor paspoort, vergunning of bewijs -
18 enseignement
enseignement [ãsenjmã]〈m.〉♦voorbeelden:programme d'enseignement • leerplanenseignement collectif • klassikaal onderwijsenseignement général • algemeen vormend onderwijsenseignement libre • bijzonder onderwijsenseignement obligatoire • leerplichtenseignement primaire • lager onderwijsenseignement professionnel • beroepsonderwijsenseignement programmé • geprogrammeerde instructieenseignement public • openbaar onderwijsenseignement religieux • godsdienstonderwijsenseignement secondaire • voortgezet onderwijsenseignement supérieur • hoger, tertiair onderwijsentrer dans l'enseignement • bij het onderwijs gaan (werken)enseignement par correspondance • schriftelijk onderwijsenseignement pour adultes • volwassenenonderwijsm1) onderwijs2) les, lering -
19 overhoren
1 [het geleerde controleren] 〈 mondeling〉 faire réciter (qc. à qn.)2 [een toets afnemen] interroger (qn.)♦voorbeelden: -
20 vastleggen
1 [vastmaken] attacher2 [m.b.t. kapitaal] immobiliser4 [door omschrijving bepalen] fixer♦voorbeelden:in het contract werd vastgelegd dat … • il a été stipulé dans le contrat que …
Страницы
- 1
- 2